Een voorbeeldje (computerbedrijf):
- Wat doen we? We verkopen computers.
- Hoe doen we het? Door reclame te maken en computers te verkopen in winkels door heel het land.
- Waarom doen we het? Omdat we winst willen maken.
Uiteindelijk, in de praktijk, werkte deze gedachtegang niet optimaal. Door 'out of the box' te denken, draaide Simon Sinek de gedachtegang om: Waarom doen we het? Hoe doen we het? Wat doen we?
Een voorbeeldje: De gebroeders Wright zijn erg succesvol geworden door de eerste vliegtuigen te ontwikkelen. Zij dachten ook eerst vanuit het waarom:
- Waarom doen we het? Omdat we de wereld willen verbeteren door vliegtuigen te bouwen (verbetering transport/vervoer)
Wanneer je vanuit het waarom redeneert, spreek je het gevoel van mensen aan. Door op deze manier te denken werd het doel van de gebroeders Wright: 'aan mensen verkopen die geloven wat jij gelooft'. Ze gingen opzoek naar mensen die, net als de gebroeders Wright, geloofden in een betere maatschappij door de komst van vliegtuigen. Dit was dus een kwestie van vertrouwen. De gebroeders Wright gingen er 200% voor en namen de mensen die in hun geloofden daarin mee. Daarom werden zij een succes.
Ik ben van mening dat het zo ook gaat met innovaties binnen het onderwijs. Denk vanuit het waarom: daardoor heb je meer kans dat het je doelgroep ook echt aanspreekt en zij gaan reageren op hetgeen wat jij bedacht hebt. Men vindt het over het algemeen best lastig om goed te redeneren en vaak die 'waaromvraag' te stellen. Maar om echt tot de kern van een nieuwe ontwikkeling te komen, is die waaromvraag juist het allerbelangrijkst. Wanneer mensen weten wat het 'nut en doel' van jou innovatie is en dit aanspreekt, willen mensen er meer over horen. Je kunt het dan alsnog hebben over het 'hoe' en 'wat'. Laat je doelgroep geloven in wat je te bieden hebt!
We spreken nu van een vloeibare samenleving: de samenleving is constant in verandering/ontwikkeling. We weten nog niet waartoe we kinderen/studenten opleiden en welke beroepen er in de toekomst zullen bestaan. Vroeger waren veel dingen gegeven: als je vader boer was, was het bijna vanzelfsprekend dat jij ook boer werd. Tegenwoordig hebben we veel meer vrijheid: we kunnen alle kanten op! Maar dit brengt ook een grote onzekerheid met zich mee... We zijn onzeker over onze baankansen en toekomstmogelijkheden.
Daarom is het belangrijk dat we kinderen opleiden voor de samenleving van de 'toekomst'. Daar spelen de 21st century skills op in. Er is niet meer alleen sprake van kennisoverdracht. Kinderen moeten ook leren kritisch en creatief te denken! Kennis die achterhaald is proberen achter je te laten, waardoor je meer plaats kunt creëren voor nieuwe kennis die in de nabije toekomst erg relevant kan zijn. Het is zaak dat kinderen/studenten weten wie ze zijn en wat ze kunnen, zodat ze ook een beeld kunnen vormen van wat zij belangrijk vinden in het leven. Hoe zou een kind zelf les willen hebben? Wat zou hij willen leren? Hier kan de leerkracht invulling aan geven en op in spelen door het kind te begeleiden/te coachen tijdens zijn 'ontdekkingstocht in onze huidige én toekomstige samenleving'.
Laat het kind ontplooien en zich verder ontwikkelen tot een uniek mens. Wat heeft het kind nodig? En wat heb jij nodig als leerkracht? Het is in ieder geval belangrijk dat we de kinderen tools geven om op een beredenerende manier over de toekomst te kunnen leren. De 21st century skills zijn een indicatie van die tools.